Coco Chanel is voor veel mensen de allergrootste ontwerpster van de 20ste eeuw. Al vanaf de jaren 1910 pleit Chanel voor draagbare kleding van eenvoudige snit en baant daarmee de weg voor een stijl die al snel algemeen wordt. Haar naam is onlosmakelijk verbonden met modeklassiekers als het zwarte jurkje en het tweedelige mantelpakje. Coco – haar echte naam was Gabrielle – Chanel ontwikkelde al in de jaren 1920 haar parfum „Chanel N° 5“ dat een doorslaand succes werd. Het verdiende geld maakte haar de rest van haar leven financieel onafhankelijk. Ze combineerde zelfbewust mode met eenvoudige juwelen en liet zich vereeuwigen door gerenommeerde fotografen als Man Ray en Horst P. Horst. Aan de hand van ca. 150 originele objecten uit de collecties van o.a. het Gemeentemuseum in Den Haag, het Museum für Kunst und Gewerbe in Hamburg, het Parijse Musée Galliera en het Royal Ontario Museum in Toronto ging „Chanel: De Legende“ in op de vraag hoe het kan dat er na al die jaren nog zoveel aandacht is voor zowel de mens Chanel als het door haar gestichte modeimperium. De tentoonstelling verdiepte zich in de biografie van Coco Chanel en het door haar zelf gecreëerde imago en besteedde ook aandacht aan de geniale wijze waarop Karl Lagerfeld de erfenis van zijn illustere voorgangster sinds 1983 wist te koppelen aan de heersende trends. De expositie toonde naast ruim 70 creaties uit het modehuis Chanel ook tal van stukken 'in de stijl van’ waardoor de mythe Chanel nog tastbaarder werd.