2

BONT

EN

IMITATIEBONT

IN DE JAREN TWINTIG WAS BONT EN IMITATIEBONT EN VOGUE. NAAST MANTELS OF JASJES GEHEEL VAN BONT – ZICHTBAAR OF ONZICHTBAAR ALS VOERING GEDRAGEN – WERD ECHT OF IMITATIEBONT VOORAL GEBRUIKT ALS GARNEERSELS OP KRAGEN, MANCHETTEN EN ZOMEN.
De keuze van het bont was vaak afhankelijk van de financiële mogelijkheden. Mensen die het zich konden veroorloven, kozen voor echt bont van vossen, opossums of apen. Anderen kozen voor imitatiebont, waarvoor bijvoorbeeld konijnenvellen werden gebruikt. C&A bood voornamelijk jassen of garneersels van imitatiebont aan. Daarnaast waren er ook mantels van pluche, een bontachtige stof met een pool die langer maar minder dicht is dan die van fluweel.
2
BONTKRAGEN

De linker jas had een “grote bontkraag”, de rechter jas een “geplooide kraag van imitatiebont”.

2

Deze mantel werd aangeboden met een bontversiering van seal-konijn (imitatie van zeehondenbont met behulp van konijnenvel) of biberette (eveneens konijnenvel dat werd gebruikt om beverbont te imiteren).

SEAL-KONIJN EN BIBERETTE

IMITATIE
MOL

De zijdezachte vacht van de mol was ook erg gewild in de hoedenmakerij – ook omdat dit bont geen vleug heeft.

WOLLEN
PLUCHE

Een winterjas van wollen pluche.

Delen op Facebook
ADVERTENTIE GALERIJ
24-11-1923 / Sig. 128548
16-10-1924 / Sig. 1404
12-10-1924 / Sig. 1404
16-10-1927 / Sig. 1406