De fauteuil staat op vier S-vormig gebogen poten, die net als de armleuningen met gesneden ornamenten zijn versierd en door een gekruist voetframe zijn verbonden. Het borduurwerk op de zitting en rugleuning is van Johanna Maria Brenninkmeijer (1897-1978). De motieven zijn geïnspireerd op de beroemde zesdelige serie wandtapijten De dame en de eenhoorn, die dateert uit het einde van de 16de eeuw. Daarin zijn de vijf zintuigen (zien, horen, proeven, ruiken en voelen) verbeeld tegen een zogenaamde millefleurs-achtergrond. Het zesde wandtapijt, waarvan het centrale motief model stond voor de rugleuning, is niet zo gemakkelijk te ontcijferen: Een elegante dame staat voor een pagodetent, waarvan de gordijnen worden geopend en vastgehouden door een leeuw en een eenhoorn. Ze legt een sieraad in een kistje. Mede omdat – op het wandtapijt – “Mon seul désir” (Mijn enige verlangen) in het baldakijn van de pagodetent is verwerkt, wordt verondersteld dat het afzien van zinnelijke genoegens of het streven naar de volmaakte (goddelijke) liefde het thema van de voorstelling vormt.