AUDIO
Ana Mendieta
Ana Mendieta werkte met haar lichaam – en met de natuur. Haar performances voerde ze meestal alleen uit, buiten, in afgelegen landschappen. Wat daarvan resteert, zijn foto’s en video’s. Geen podium, geen publiek. Alleen sporen. Mendieta liet omtrekken van haar lichaam achter in aarde, zand of steen. Soms tekende ze haar contouren na met bloemen of vuur. Deze werken ogen als rituelen, als een poging om zich te verbinden met de aarde. Voor Mendieta was dit ook een persoonlijke ervaring: ze groeide op in ballingschap, nadat ze als kind samen met haar zus vanuit Cuba naar de VS was gestuurd.
In de video Anima, Silueta de Cohetes uit 1976 wordt de omtrek van een vrouwenfiguur nagetrokken met vuurwerk. De figuur laait op – en verdwijnt weer als het vuurwerk is opgebrand. Er blijft geen lichaam, geen boodschap achter, alleen een nabeeld.
Ook op de zwart-witfoto Maroya uit 1981 is het vrouwenlichaam niet direct te zien. In plaats daarvan is een afdruk zichtbaar in een rotsformatie – met een geaccentueerde vulva. De titel verwijst naar een Caribische maangodin. Tegelijkertijd doet de vorm denken aan prehistorische voorstellingen van vrouwenfiguren, zoals de Venus van Willendorf, of middeleeuwse figuren, zoals de Sheela-na-gig. Maar Mendieta neemt deze voorstellingen niet zomaar over. Ze verandert ze – en laat veel open.
Haar kunst staat daarmee haaks op twee stromingen uit haar tijd: de feministische kunst, die zichtbaarheid eiste, en de land art, die de natuur vaak behandelde als een neutrale ruimte voor interventies. Mendieta daarentegen werkte met afwezigheid, kwetsbaarheid en verdwijning.
Wat rest, zijn sporen. En de vraag hoe herinnering, lichaam en afkomst in een landschap kunnen worden gegrift.
In de video Anima, Silueta de Cohetes uit 1976 wordt de omtrek van een vrouwenfiguur nagetrokken met vuurwerk. De figuur laait op – en verdwijnt weer als het vuurwerk is opgebrand. Er blijft geen lichaam, geen boodschap achter, alleen een nabeeld.
Ook op de zwart-witfoto Maroya uit 1981 is het vrouwenlichaam niet direct te zien. In plaats daarvan is een afdruk zichtbaar in een rotsformatie – met een geaccentueerde vulva. De titel verwijst naar een Caribische maangodin. Tegelijkertijd doet de vorm denken aan prehistorische voorstellingen van vrouwenfiguren, zoals de Venus van Willendorf, of middeleeuwse figuren, zoals de Sheela-na-gig. Maar Mendieta neemt deze voorstellingen niet zomaar over. Ze verandert ze – en laat veel open.
Haar kunst staat daarmee haaks op twee stromingen uit haar tijd: de feministische kunst, die zichtbaarheid eiste, en de land art, die de natuur vaak behandelde als een neutrale ruimte voor interventies. Mendieta daarentegen werkte met afwezigheid, kwetsbaarheid en verdwijning.
Wat rest, zijn sporen. En de vraag hoe herinnering, lichaam en afkomst in een landschap kunnen worden gegrift.